Inhoudsopgave

Overige gegevens

Overige gegevens

Deze geconsolideerde jaarrekening van het boekjaar 2023 is op 11 april 2024 ondertekend en vrijgegeven voor publicatie door de raad van commissarissen. De raad van commissarissen zal de jaarrekening ter vaststelling voorleggen aan de Algemene Vergadering van Aandeelhouders op 11 april 2024.

Winstbestemming

Per 1 april 2006 zijn de Beschikking casinospelen 1996 en de statuten van Holland Casino gewijzigd. Een en ander vormt het sluitstuk van de overdracht van beleidsverantwoordelijkheid voor casinospelen door de minister van Economische Zaken en Klimaat alsmede het door het ministerie Justitie en Veiligheid en het ministerie van Financiën gewenste onderscheid tussen beheer en beleid. Ten aanzien van de winstbestemming zijn de artikelen 17 van de Beschikking casinospelen en 14 van de statuten relevant.

Op 15 december 2017 zijn de statuten van Holland Casino gewijzigd.

ARTIKEL 17 BESCHIKKING CASINOSPELEN

De netto-opbrengst van alle krachtens deze vergunning georganiseerde activiteiten, zijnde het verschil tussen de bruto-opbrengst en de som van de voor prijzen bestemde bedragen en de exploitatiekosten, wordt, nadat ten laste daarvan nog een eventuele door de minister van Financiën goed te keuren reservering ten behoeve van het eigen vermogen is gebracht en voor zover de liquiditeit zulks toelaat, afgedragen aan de Staat.

ARTIKEL 10 STATUTEN

  1. De vennootschap kan slechts uitkeringen doen op aandelen voor zover zijn eigen vermogen groter is dan het bedrag van het gestorte en opgevraagde deel van het kapitaal, vermeerderd met de reserves die op grond van de wet moeten worden aangehouden.

  2. Uitkering van winst geschiedt na de vaststelling van de jaarrekening waaruit blijkt dat zij geoorloofd is, onverminderd het overigens in de statuten bepaalde.

  3. De winst staat ter beschikking van de algemene vergadering. De algemene vergadering kan besluiten tot reservering of tot uitkering aan de aandeelhouders.

  4. De algemene vergadering kan besluiten tot het doen van een tussentijdse uitkering ten laste van de reserves of van de winst van het lopende boekjaar. Behoudens in de in artikel 10.5 bedoelde gevallen, vereist het in de vorige zin genoemde besluit een voorstel daartoe van de raad van bestuur dat vooraf is goedgekeurd door de raad van commissarissen. De algemene vergadering kan de raad van bestuur schriftelijk verzoeken tot het doen van een voorstel tot een uitkering als bedoeld in de vorige volzin. Indien de algemene vergadering een voorstel van de raad van bestuur tot een uitkering heeft afgewezen, kan de algemene vergadering de raad van bestuur opnieuw schriftelijk verzoeken om binnen acht weken een voorstel tot tussentijdse uitkering te doen, welk voorstel goedgekeurd dient te worden door de raad van commissarissen.

  5. De algemene vergadering is vrij om te besluiten tot het doen van een tussentijdse uitkering ten laste van de reserves of van de winst van het lopende boekjaar zonder voorafgaand voorstel van de raad van bestuur:
         a. indien het in de laatste volzin van artikel 10.4 bedoelde voorstel door de
             algemene vergadering is afgewezen; en
         b. indien de raad van bestuur niet binnen zes maanden na een schriftelijk verzoek
             daartoe van de algemene vergadering aan die vergadering een door de raad
             van commissarissen goedgekeurd voorstel tot een tussentijdse uitkering heeft
             gedaan.

  6. Een tussentijdse uitkering is alleen toegestaan indien uit een tussentijdse vermogensopstelling blijkt dat aan het vereiste van artikel 10.1 is voldaan.

  7. De tussentijdse vermogensopstelling heeft betrekking op de stand van het vermogen op ten vroegste de eerste dag van de derde maand voor de maand waarin het besluit tot uitkering wordt bekend gemaakt. Zij wordt opgemaakt met inachtneming van in het maatschappelijk verkeer als aanvaardbaar beschouwde waarderingsmethoden. In de vermogensopstelling worden de krachtens de wet en de statuten te reserveren bedragen opgenomen. Zij wordt ondertekend door de leden van de raad van bestuur en de leden van de raad van commissarissen. Ontbreekt de handtekening van een of meer van hen, dan wordt daarvan onder opgave van reden melding gemaakt.

  8. De algemene vergadering is bevoegd om te bepalen dat een uitkering geheel of gedeeltelijk in een andere vorm dan in geld zullen worden uitgekeerd.

  9. Bij de berekening van de verdeling van een voor uitkering op aandelen bestemd bedrag tellen de aandelen die de vennootschap in zijn kapitaal houdt niet mee, tenzij op zodanige aandelen of certificaten van aandelen een recht van vruchtgebruik of een pandrecht rust ten behoeve van een ander dan de vennootschap ten gevolge waarvan het winstrecht toekomt aan de vruchtgebruiker of pandhouder.

  10. Bij de berekening van het bedrag dat op ieder aandeel zal worden uitgekeerd, komt slechts het bedrag van de verplichte storting op het nominale bedrag van de aandelen in aanmerking.

  11. Uitkeringen zijn betaalbaar uiterlijk dertig dagen na de dag waarop zij zijn vastgesteld, tenzij de algemene vergadering een andere dag bepaalt.

  12. Uitkeringen, waarover vijf jaren en een dag nadat zij opeisbaar zijn geworden niet is beschikt, vervallen aan de vennootschap en worden aan de reserves toegevoegd.

Een regeling in verband met verliezen is niet opgenomen in deze statuten. In geval van verliezen worden deze in mindering op het eigen vermogen gebracht. Een eventueel negatief eigen vermogen wordt jaarlijks verminderd met het positieve nettoresultaat over het boekjaar.